Als projectontwikkelaar is weerstand tegen een project vanuit de omgeving een van de grootste struikelpunten. Door bezwaren en beroepen van omwonenden kunnen projecten aanzienlijke vertraging oplopen. Er wordt wel geprobeerd om in een overeenkomst te bepalen dat er geen bezwaar of zienswijze kan worden ingediend. Bijvoorbeeld als onderdeel van een overeenkomst waarbij u een stukje grond koopt van een omwonende. Daar zitten wel haken en ogen aan. Bijvoorbeeld welk effect zo’n overeenkomst heeft als toch een zienswijze wordt ingediend of naderhand beroep wordt ingesteld.
Zienswijze is gewoon ontvankelijk
De Afdeling heeft al vaker geoordeeld dat het aanwenden van rechtsmiddelen, zoals het indienen van bezwaar of een zienswijze, een recht van openbare orde is waarvan geen afstand kan worden gedaan. Een zienswijze tegen een ontwerpvergunning moet dus in principe ontvankelijk verklaard worden, zelfs als er in een overeenkomst is bepaald dat er geen bezwaar of zienswijze kan worden ingediend. Daardoor kan ondanks de gesloten overeenkomst, de vergunning toch nog worden geweigerd door een ingediende zienswijze.
Hoewel de zienswijze in principe gewoon ontvankelijk zal moeten worden verklaard, kan zich uiteraard wel de situatie voordoen dat er een boete of schadevergoeding moet worden betaald. Er is immers een overeenkomst gesloten die niet wordt nageleefd. Of er een schadevergoeding moet worden betaald moet door de burgerlijke rechter worden bepaald, en zal per geval moeten worden beoordeeld. Over het algemeen kan worden gezegd dat rechters streng kijken naar deze overeenkomsten en dat te ruim geformuleerde verboden nog wel eens onverbindend worden verklaard. Het verbod dient zorgvuldig te worden geformuleerd om hieraan te ontkomen. Met name dient het bouwplan al voldoende te zijn uitgewerkt, om afstand te kunnen doen van het recht om bezwaar te maken.
Is het niet indienen van een zienswijze verschoonbaar?
Normaal gesproken mogen alleen de partijen in beroep gaan die van tevoren een zienswijze hebben ingediend. Hier geldt echter een uitzondering op als een partij zich kan beroepen op het feit dat hij redelijkerwijs geen zienswijzen heeft kunnen indienen. Doordat mogelijk een forse boete of schadevergoeding moet worden betaald, heeft de overeenkomst een afschrikkende werking. Daardoor kan de vraag worden gesteld of iemand door een dergelijke overeenkomst redelijkerwijs geen zienswijze heeft kunnen indienen.
Die situatie deed zich in 2019 voor toen een aantal mensen beroep instelden tegen een bestemmingsplan, zonder dat zij vooraf een zienswijze hadden ingediend. Zij beriepen zich erop dat een boetebeding in een overeenkomst hen ervan weerhouden had een zienswijze in te dienen. Hierdoor was het niet indienen van een zienswijze redelijkerwijs niet aan hen te verwijten, zodat het beroep ontvankelijk zou moeten worden verklaard.
Hierin ging de Afdeling niet mee. Omdat de overeenkomst geen gevolgen had voor de ontvankelijkheid van hun zienswijze, hadden zij ondanks de gesloten overeenkomst een zienswijze in kunnen dienen. Daardoor kon hen redelijkerwijs worden verweten dat zij geen zienswijze hadden ingediend. Het beroep werd dus niet-ontvankelijk verklaard.