Er zal veel veranderen wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Waaronder dat het de bedoeling is dat omgevingsplannen globaler worden dan de huidige bestemmingsplannen. Wat betekent dit en vooral wat betekent dit voor jou? Dat lees je in deze blog.
Globale omgevingsplannen
Het bestemmingsplan bepaalt welke ontwikkelingen er zijn toegelaten op een locatie. Dit heet toelatingsplanologie. Onder de Omgevingswet is het echter niet de bedoeling dat ontwikkelingen worden toegelaten maar dat men wordt uitgenodigd om initiatieven te verwezenlijken. Het idee is dat de markt leidend is en de overheid faciliteert. Dit heet uitnodigingsplanologie.
Hoe is dit mogelijk? Het is de bedoeling dat gemeenten omgevingsplannen maken die een zekere mate van globaliteit bezitten. Dat wil zeggen dat in het omgevingsplan niet gedetailleerd wordt vastgelegd welke ontwikkelingen zijn toegestaan, zoals dat in het bestemmingsplan wel het geval is. Een globaal omgevingsplan is nodig om uitnodigingsplanologie mogelijk te maken: een globaal omgevingsplan betekent dat het omgevingsplan ruimte laat voor initiatieven en dus de burger uitnodigt deze initiatieven te starten.
Hoe ziet dit er concreet uit? Een omgevingsplan kan op verschillende manieren globaal zijn. Ten eerste kan de gemeente ervoor kiezen om ‘uit te sluiten’. Dat betekent dat alles is toegestaan, tenzij dit door de regels van het omgevingsplan wordt uitgesloten. Je moet dan zelf uit de regels afleiden wat er wel mag. Ten tweede kunnen globale beoordelingsregels in het omgevingsplan worden opgenomen. Met deze regels wordt bijvoorbeeld beoordeelt of een omgevingsvergunning kan worden verleend. Ten derde kunnen globale normen worden opgenomen in het omgevingsplan. Deze globale normen bepalen niet de precieze uitkomst van hun toepassing maar wijzen meestal in een bepaalde richting. Normen zoals “vrijstaand”, “gestapeld”, “categorie 1/2/3” die in bestemmingsplannen vaak voorkomen zijn niet globaal.
Te mooi om waar te zijn?
Een globaal omgevingsplan zal niet in iedere gemeente mogelijk zijn. Het is nu eenmaal een feit dat Nederland een vol bebouwd land is waar verschillende functies naast elkaar bestaan. Daarmee moet rekening worden gehouden bij de vaststelling van een bestemmingsplan. Niet alle functies gaan goed samen, denk bijvoorbeeld aan een woning naast een bedrijf. Een globaal omgevingsplan dat veel mogelijk maakt kan ertoe leiden dat er initiatieven worden gestart die op de locatie niet (het meest) wenselijk zijn. Daarom moet zorgvuldig bedacht worden welke locaties geschikt zijn voor een globaal omgevingsplan.
Conclusie
Onder de Omgevingswet is het de bedoeling dat gemeenten het omgevingsplan zo veel mogelijk globaal maken. Het idee hiervan is dat het omgevingsplan meer ruimte moet laten voor initiatieven van de burger/bedrijven. De gemeente kan dit doen door uit te sluiten en/of globale normen en beoordelingsregels op te nemen. Het is de vraag hoe dit in de praktijk zal uitwijzen.
R.A. Heringa zegt
Dank voor deze toegankelijk opgestelde informatie.
Ik zal de blog blijven volgen, bookmark gemaakt.
Vriendelijke grroet,
inwoner gemeente Westerkwartier