Een vergunning voor de kruimelregeling wordt in principe binnen 8 weken verleend. Vaak duurt de procedure langer doordat de gemeente eist dat er aanvullende onderzoeken worden gedaan, zoals onderzoeken met betrekking tot geluidsoverlast. Waarom eist de gemeente die onderzoeken, en mag zij dit wel doen? In deze blog verduidelijken wij het voor u.
Goede ruimtelijke ordening
Als het bestemmingsplan wordt gewijzigd, moet daarbij een ruimtelijke onderbouwing worden opgesteld. In die ruimtelijke onderbouwing is een groot aantal onderzoeken verwerkt, waaruit blijkt dat de nieuwe bestemming geen negatieve gevolgen voor de omgeving zal hebben, of dat deze negatieve gevolgen althans binnen de wettelijke normen blijven. Als gebruik wordt gemaakt van de kruimelregeling hoeft geen ruimtelijke onderbouwing opgesteld te worden. Dat is een groot voordeel ten opzichte van de bestemmingswijziging.
Toch moet ook bij een vergunning met een kruimelafwijking een goede ruimtelijke ordening blijven bestaan. Van een goede ruimtelijke ordening is kort gezegd sprake als de panden waarop de vergunning betrekking heeft in de omgeving passen, en geen overlast veroorzaken voor andere panden in de buurt. Heel extreem genomen kan er dus geen milieubelastende fabriek tegen een woonwijk geplaatst worden. Hiertegen zou het vereiste van een goede ruimtelijke ordening (en een flink aantal bepalingen in de wet) zich verzetten.
Onderzoeken voor vergunning
Als voldaan is aan de minimale eisen in de wet, is daarmee niet per definitie voldaan aan de voorwaarde voor een goede ruimtelijke ordening. Vandaar dat in sommige gevallen het nodig is om aanvullende onderzoeken te doen. Bij een omzetting naar een woonbestemming komt het bijvoorbeeld vaak voor dat geluidsonderzoeken worden geëist. Hiermee kan worden aangetoond dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bestaat. Met andere woorden: dat de woning voor een gemiddeld persoon normaal bewoonbaar is, zonder constante geluidsoverlast te ervaren.
Gemeenten mogen daarom van de aanvrager aanvullende onderzoeken eisen, voordat zij de vergunning verlenen. Als zij dit niet doen lopen zij namelijk het risico dat de vergunning in (hoger) beroep vernietigd wordt. De gemeente in een recente uitspraak van maart 2018 had bijvoorbeeld een vergunning verleend waarin werd voldaan aan de wettelijke normen voor geluidsoverlast. De gemeente had buiten de wettelijke onderzoeken geen aanvullende geluidsonderzoeken laten doen. In dit geval ging het om overlast door stemgeluid bij horeca. Hierdoor kon onvoldoende worden aangetoond dat in de nieuwe situatie een goede ruimtelijke ordening bestond, en werd de vergunning vernietigd.
Conclusie
Voor een vergunning via de kruimelregeling kan het soms nodig zijn dat er aanvullende onderzoeken worden gedaan. Om de vergunningprocedure zo soepel mogelijk te laten verlopen, raden wij vaak aan om eerst een principeverzoek (blog principeverzoek) in te dienen bij de gemeente. In haar reactie daarop blijkt vaak al welke onderzoeken er nodig zijn, zodat bij de vergunningaanvraag alles bekend is en de procedure sneller verloopt!