{"id":673,"date":"2015-04-20T13:00:12","date_gmt":"2015-04-20T11:00:12","guid":{"rendered":"https:\/\/www.jurable.nl\/?p=673"},"modified":"2022-11-22T10:11:48","modified_gmt":"2022-11-22T09:11:48","slug":"overgangsrecht","status":"publish","type":"post","link":"https:\/\/www.jurable.nl\/blog\/2015\/04\/20\/overgangsrecht\/","title":{"rendered":"Overgangsrecht"},"content":{"rendered":"
Bedrijfswoningen die al heel veel jaren door burgers bewoond worden vallen daardoor vaak onder overgangsrecht. Het overgangsrecht bepaalt dat gebruik dat in strijd is met het bestemmingsplan, mag worden voortgezet. In recente bestemmingsplannen geldt het overgangsrecht alleen voor gebruik dat eerder in overeenstemming met het bestemmingsplan was, dus legaal gebruik. Bestemmingsplannen van voor 1995 of ouder bepaalden vaak dat strijdig gebruik kon worden voortgezet, ook als het eerder niet legaal was. In nieuwere bestemmingsplannen is overgangsrecht zo geregeld dat het alleen geldt voor het gebruik wat eerder in overeenstemming was met het bestemmingsplan, maar door een nieuwe bestemming niet meer. Hierdoor kon het gebruiken van een pand in strijd met de bestemming door het oude overgangsrecht rechtmatig worden.<\/p>\n
<\/a>Overgangsrecht heeft echter maar een beperkte tijdsduur. In beginsel geldt het maar voor de duur van het bestemmingsplan waarin het overgangsrecht is opgenomen. De regel is dat maar \u00e9\u00e9n keer overgangsrecht kan worden opgenomen. Daarna moet de gemeente ofwel het afwijkende gebruik positief bestemmen ofwel toezeggen dat het pand in de komende 10 jaar zal worden onteigend. Een andere mogelijkheid is dat aan de eigenaar van de woning persoonsgebonden overgangsrecht wordt toegekend. Persoonsgebonden overgangsrecht geeft aan een met name genoemde persoon, bijvoorbeeld de huidige bewoner van een woning, het recht om dit te blijven gebruiken. Zodra deze persoon de woning verlaat of het pand niet langer gebruikt, vervalt het overgangsrecht. Hierdoor kan het gebruik door deze bewoner zonder problemen worden voortgezet. Nadeel is natuurlijk dat het pand nadien niet als woning verkocht kan worden, omdat de opvolgende bewoner geen gebruik kan maken van dat recht. Het afwijkende gebruik eindigt dan.<\/p>\n Sinds kort wordt ook de zogenoemde uitsterfregeling toegepast. In dat geval blijft het afwijkende gebruik toegestaan zolang als het afwijkende gebruik feitelijk plaatsvindt. Een uitsterfregeling kan bijvoorbeeld inhouden dat de woning als bedrijfswoning wordt bestemd, maar dat, in afwijking van het verbod van burgerbewoning, gebruik door een burger wordt toegestaan tot het moment dat de burgerbewoning eindigt. Be\u00ebindiging van het gebruik vindt plaats als de woning bijvoorbeeld door de eigenaar van het bijbehorende bedrijf bewoond gaat worden. Een dergelijk uitsterfregeling is niet persoonsgebonden en biedt meer zekerheid voor de bewoners. Bovendien betekent dit dat de woning zijn waarde als burgerwoning behoudt.<\/p>\n