Het komt maar al te vaak voor dat er naast een bestaande woning een bijgebouw staat dat geschikt is voor bewoning, maar dat volgens het bestemmingsplan niet mag worden bewoond. Dat is een natuurlijk een domper als u plannen had om het bijgebouw te verbouwen tot woning, want een tweede woning op het perceel is natuurlijk heel plezierig! Buiten dat het de waarde van het perceel aanzienlijk verhoogt, kunnen daardoor ouders of kinderen op een perceel worden gehuisvest zonder verlies van privacy.
Die situatie deed zich ook voor bij onze cliënte. Zij kocht een woning, waar een kantoorpand naast stond. Het pand zag er van buiten, als er wat kleine wijzigingen werden aangebracht, al helemaal uit als een woning. Het was ruim genoeg om door een heel gezin te worden bewoond, en er was ook voldoende ruimte om voor ieder van beide woningen één perceel te creëren. Eén probleem: het bestemmingsplan staat niet toe dat het bijgebouw wordt gebruikt als woning.
De situatie
Toestemming krijgen voor het bewonen van zo’n bijgebouw is in theorie vaak heel eenvoudig. Door middel van een vergunningaanvraag die de gemeente binnen 8 weken moet beoordelen, kan in de meeste gevallen toestemming worden gegeven om het bijgebouw als woning te verbouwen en te bewonen. De gemeente is echter niet verplicht om die vergunning te verlenen, en vaak blijkt de gemeente ook niet bereid om dat te doen.
Veel bijgebouwen zijn niet geschikt voor bewoning, of zijn gebouwd op een onlogische locatie voor een woning. Als het bijgebouw wel geschikt is, is het in sommige gemeenten beleid om alle aanvragen hiervoor af te wijzen. Door alle aanvragen zonder verder onderzoek af te wijzen voorkomt de gemeente dat ongeschikte locaties bewoond worden, maar worden tegelijkertijd goede locaties uitgesloten.
Ook onze cliënt had een bijgebouw dat erg geschikt was voor bewoning. De vorige eigenaar van de woning had bij de verkoop al laten weten dat het bijgebouw (het kantoorpand) nooit bewoond zou mogen worden. Hij had namelijk zelf jaren overleg gevoerd om de bestemming gewijzigd te krijgen, maar kreeg steeds een negatieve reactie van de gemeente. Uiteindelijk had hij het maar opgegeven, omdat de gemeente toch nooit toestemming zou geven om het bijgebouw te bewonen.
De oplossing
De nieuwe eigenaresse besloot om niet zelf het overleg met de gemeente aan te gaan. Zij wist hoe dat bij de vorige eigenaar was afgelopen, en vroeg daarom of wij de situatie eens wilden bekijken. Wij wisten dat het lastig zou zijn om toestemming van de gemeente te krijgen, maar zagen ook goede aanknopingspunten om het wel te proberen. In een principeverzoek aan de gemeente hebben wij het plan van onze cliënte uiteengezet. Daarin hebben wij uitgebreid onderbouwd waarom de bewoning van het bijgebouw in dit geval wel wenselijk was. Wij konden goed onderbouwen waarom in dit geval geen negatieve precedentwerking zou ontstaan, omdat er grote verschillen bestonden tussen deze en andere situaties. Ook was het goed aantoonbaar dat het pand erg geschikt was voor bewoning voor wat betreft ligging ten opzichte van andere woningen, omliggende bebouwing en milieuvereisten.
Toch een vergunning
Het principeverzoek hebben wij namens onze cliënte aan de gemeente verstuurd, en na enkele weken kregen wij reactie. De gemeente stond in principe positief tegenover de door ons uiteengezette ontwikkeling en was graag bereid om de vergunning te verlenen. Wij moesten nog wel een aantal zaken laten onderzoeken, maar met de onderzoeksrapporten en de door ons opgestelde onderbouwing verkreeg onze cliënte in iets minder dan één jaar toch haar vergunning. Zo bleek de onmogelijke transformatie met onze onderbouwing, tóch mogelijk!