Wat is een plattelandswoning
Een plattelandswoning is een woning die voorheen als bedrijfswoning hoorde bij een agrarisch bedrijf, maar die door een bestemmingsplan of omgevingsvergunning de status plattelandswoning heeft gekregen. De plattelandswoning is dan feitelijk niet langer een bedrijfswoning, waardoor ook anderen die niet bij het agrarisch bedrijf betrokken zijn hier mogen wonen. Een plattelandswoning blijft voor de toepassing van milieuregels beschouwd als onderdeel van het agrarische bedrijf waar het eerder bij hoorde (als bedrijfswoning), waardoor het bedrijf geen gevolgen ondervindt.
Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan?
Sommige gemeenten hebben in het bestemmingsplan vastgelegd aan welke voorwaarden moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor aanwijzing als plattelandswoning. In de wet wordt genoemd dat de gemeente naast en wijziging van het bestemmingsplan ook een omgevingsvergunning kan verlenen om een plattelandswoning aan te wijzen. De gemeente kan deze vergunning dus verlenen, ook als het bestemmingsplan geen regels bevat over de aanwijzing als plattelandswoning. De regels waaraan de plattelandswoning moet voldoen zijn vastgelegd in de wet en uitgewerkt in jurisprudentie. Vaak hebben plattelandsgemeenten wel een beleid voor plattelandswoningen opgesteld.
Er zijn 3 algemeen geldende voorwaarden, die betrekking hebben op het achterliggende bedrijf en op het woon- en leefklimaat bij de woning.
- Een van deze voorwaarden is dat het bijbehorende agrarische bedrijf actief is en ook in de nabije toekomst actief blijft. Het is heel goed mogelijk dat het bedrijf zelf is beëindigd, maar de gronden van het agrarische bedrijf aan de buurman zijn overgedragen. Ook dan blijft het bedrijf actief.
- Er dient te worden voldaan aan de normen voor luchtkwaliteit in de Wet milieubeheer, althans mag er geen grote overschrijding zijn. Dit is vooral van belang in de buurt van bijvoorbeeld varkenshouderijen, waar de luchtkwaliteit vaker slecht is. Bij andere agrarische bedrijven, bijvoorbeeld akkerbouwbedrijven of tuinbouwbedrijven, is dit minder een obstakel.
- Er moet voor wat betreft andere milieuaspecten een aanvaardbaar woon- en leefklimaat aanwezig zijn. Bij het aanwijzen van een plattelandswoning worden minder eisen gesteld aan de milieuvoorwaarden dan bij wijziging naar een burgerwoning. Er moet ook bij de plattelandswoning wel aantoonbaar een acceptabel woon- en leefklimaat aanwezig zijn. Hiervoor kan het nodig zijn om een geluidsonderzoek uit te voeren naar de geluidsbelasting door het achterliggende bedrijf en/of de omliggende bedrijven. Ook kan onderzoek naar de geurbelasting zijn aangewezen. Dat is afhankelijk van welke milieuaspecten in die situatie van belang zijn.
De gemeente heeft enige beleidsvrijheid om een agrarische bedrijfswoning al of niet aan te wijzen als plattelandswoning. Er zijn gemeenten die weigeren mee te werken aan de omzetting naar een plattelandswoning. Zo wilde de gemeente Deurne geen plattelandswoning aanwijzen in een gebied dat bestemd was voor de doorontwikkeling van dierenhouderijen, waaronder nertsenhouderijen. Een weigering werd door de Raad van State in beginsel geaccepteerd, omdat de wet geen verplichting tot aanwijzing als plattelandswoning bevat. De gemeente moet in zo’n geval wel deugdelijk motiveren waarom een bepaalde woning niet in aanmerking komt voor aanwijzing als plattelandswoning. Uit de einduitspraak in deze zaak blijkt dat de gemeente kan weigeren om een bepaalde woning aan te wijzen als plattelandswoning, als de milieubelasting op die woning zeer hoog is, en de gemeente dat niet acceptabel acht. De Raad van State gaat in die uitspraak wel na of de gemeente dit inhoudelijk en door onderzoek met betrekking tot de woning zelf voldoende heeft onderbouwd. Hieruit blijkt dat een verwijzing naar algemeen beleid om een deel van het grondgebied alleen voor agrarische bedrijven beschikbaar te houden, dus niet acceptabel is.
De gemeente kan niet alle voorwaarden stellen om medewerking te verlenen. Zo werd door de gemeente Deurne de voorwaarde gesteld dat de bedrijfswoning voor de bedrijfsvoering van het agrarische bedrijf niet meer nodig is. Dit is geen wettelijke eis, en de Raad van State stelde zelfs dat ook een bedrijfswoning die nog als bedrijfswoning in gebruik is kan worden aangewezen als plattelandswoning, omdat dat zo in de wet staat. Gebruikelijk is verder de voorwaarde dat, als de woning eenmaal een plattelandswoning is, er geen nieuwe of extra bedrijfswoning bij het agrarisch bedrijf mogelijk is. Ook kunnen aanvullende eisen worden gesteld dat bepaalde vormen van opslag niet mogelijk zijn of dat het voeren van een bedrijf niet is toegestaan.
Vergunningprocedure
Als een omgevingsvergunning wordt verleend, gaat het meestal om een vergunning voor een grote buitenplanse afwijking, dus de uitgebreide procedure. Hiervoor wordt een ontwerpvergunning ter inzage gelegd voor zienswijzen. Voor deze vergunning is een goede ruimtelijke onderbouwing nodig. In beginsel is voor de verlening van deze vergunning de toestemming (een verklaring van geen bedenkingen) van de gemeenteraad nodig.
Conclusie
Er zijn goede mogelijkheden om een vergunning te krijgen om een aanwijzing als plattelandswoning te verkrijgen. De Raad van State stelt voorwaarden aan de gemeente, als die die aanwijzing weigert.