Het is je misschien wel eens overkomen. Je hebt een (bouw)plan uitgewerkt en legt het voor aan de gemeente, bijvoorbeeld door het indienen van een principeverzoek. De gemeente geeft daarop vervolgens aan dat zij niet bereid zijn om medewerking te verlenen. Betekent dit dan dat je het (bouw)plan helemaal niet meer kunt realiseren? In sommige gevallen kan de gemeente bij haar standpunt blijven. Toch is er in een heel aantal gevallen nog wel iets mogelijk, ook als je een negatief principebesluit hebt gekregen.
Voorbeeld: bedrijfswoning naar woonbestemming
Stel je hebt een woning aangekocht maar dat blijkt achteraf een agrarische bedrijfswoning te zijn. Er is geen binding met het bedrijf en je wil deze woning graag als reguliere woning gebruiken. Dit is op grond van het bestemmingsplan niet toegestaan. In een bedrijfswoning mag je alleen wonen als je verbonden bent met het bedrijf ter plaatse. Daarover lees je in deze blog meer. Je dient een principeverzoek in bij de gemeente voor de omzetting van een agrarische bedrijfswoning naar plattelandswoning. Voor deze wijziging is in het bestemmingsplan geen wijzigingsmogelijkheid opgenomen. In dat geval kan alleen een vergunning met een grote buitenplanse afwijking worden verleend. Dit omdat het om gebied buiten de bebouwde kom gaat, en een kruimelregeling dus geen mogelijkheid biedt. Helaas ontvang je een negatief principebesluit van de gemeente.
Aan welke voorwaarden moet de gemeente voldoen?
Gemeenten zijn verplicht om in overeenstemming met hun eigen beleid te handelen. Als gemeenten over een bepaald thema beleid hebben, zullen zij steeds moeten kijken of het plan aan die doelen voldoet. In het geval het plan aan het beleid voldoet, moet de gemeente in principe ook medewerking verlenen aan het initiatief.
Dat betekent niet dat een vergunning mag worden geweigerd, als er geen beleid is. Als gemeenten (beleidsmatig) nooit medewerking zouden willen verlenen aan bijvoorbeeld in dit geval een plattelandswoning, zou er juist beleid opgesteld moeten worden waaruit dat blijkt. In het geval dat er geen beleid is opgesteld, moet de gemeente iedere situatie afzonderlijk beoordelen op zijn wenselijkheid. Een afwijzing moet dan goed zijn gemotiveerd, en de rechter en uiteindelijk de Raad van State zal dit ook beoordelen, dit blijkt uit een uitspraak van de Raad van State van 18 april 2018.
Als het gaat om gebied buiten de bebouwde kom, geldt daarnaast de voorwaarde dat het plan aan het provinciaal beleid of de provinciale verordening voldoet. Als de gemeente zelf wel bereid is, maar verwacht dat de provincie niet instemt, kun je de gemeente verzoeken om in gesprek te gaan met de provincie en hun te overtuigen van de wenselijkheid van het plan. In dit specifieke voorbeeld heeft de gemeente toegestemd dat er een gesprek met de provincie wordt aangegaan. De gemeente kan aangeven dit gesprek zelf te willen voeren. Je kunt ook aanbieden dat je dit gesprek zelf of door je vertegenwoordiger laat voeren.
Er zijn soms echt nog mogelijkheden als de gemeente in eerste instantie medewerking weigert. Heb jij een negatief principebesluit van de gemeente gekregen? Neem gerust contact met ons op. Wij kunnen kijken welke mogelijke vervolgstappen er nog kunnen worden ingezet om toch tot een positief besluit te komen.