Je hebt te horen gekregen dat de gemeente jouw aanvraag voor een omgevingsvergunning buiten behandeling heeft gesteld. Wat betekent dat precies en welke mogelijkheden zijn er in het vervolg? De gemeente heeft de bevoegdheid om een vergunningaanvraag niet verder te behandelen omdat de aanvrager
- niet heeft voldaan aan een wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag;
- als de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of de voorbereiding van de beschikking.
In het 1e geval gaat het om zaken waarvan wettelijk is bepaald dat die moeten worden overgelegd, zoals een situatietekening of een rapport. Het gaat dan om de stukken opgenomen in hoofdstuk 1 en 2 van het Mor (Regeling omgevingsrecht). Hier is bijvoorbeeld bepaald dat gegevens over brandveiligheid van trappen moeten worden overgelegd. Als die niet zijn bijgevoegd, is de vergunningaanvraag onvoldoende. In het 2e geval gaat het om gegevens waarvan niet wettelijk is bepaald dat ze moeten worden overgelegd, maar die de gemeente toch nodig vindt om de aanvraag goed te kunnen beoordelen.
Voor een vergunning om te bouwen is nog een afzonderlijke regeling opgenomen voor het later aanleveren van bepaalde gegevens. Details met betrekking tot de constructie en installaties mogen na de verlening van de vergunning worden aangeleverd, tot uiterlijk 3 weken voor het begin van de bouw.
Wanneer mag een aanvraag buiten behandeling worden gelaten?
De gemeente mag niet zomaar besluiten om een aanvraag buiten behandeling te laten. Eerst moet de aanvrager de gelegenheid moeten hebben gekregen om zijn aanvraag aan te vullen. Dit is een wettelijke eis, waar de gemeente in ieder geval moet voldoen. Als de gegevens dan nog niet compleet zijn, kan de gemeente de aanvrager nog een keer schriftelijk verzoeken om aanvullende gegevens aan te leveren, maar dan is het niet meer verplicht.
Er zijn 2 mogelijkheden om te reageren als de gemeente je aanvraag buiten behandeling stelt.
- Een nieuwe aanvraag indienen;
- of bezwaar maken tegen de beslissing de aanvraag buiten behandeling te laten.
Het vervelende van een keuze voor optie 1, het indienen van een nieuwe aanvraag, is dat er dan opnieuw leges betaald moeten worden. Het voordeel van het indienen van een nieuwe aanvraag is dat er snel vergunning kan worden verleend. Als eenmaal duidelijk is welke informatie wél ingediend moet worden, kan een correcte vergunningaanvraag worden ingediend en die kan dan binnen de termijn van 8 weken verleend worden. Deze keuze kan worden gemaakt als het de verwachting is dat een vergunning wel verleend zal gaan worden.
Het vervelende van een keuze voor optie 2, het voeren van een bezwaarprocedure, is dat deze procedure meestal langer duurt dan de beslistermijn op een nieuwe vergunningaanvraag. Het voordeel ervan is dat als het wordt toegewezen, de vergunning wordt verleend en geen nieuwe leges hoeven te worden betaald. Ook speelt mee dat zaken waarover de gemeente in het vergunningentraject positief heeft geoordeeld, in beginsel blijven gelden, tenzij de gemeente een heel ander besluit neemt.
Voor het indienen van bezwaar moet in beginsel wel kunnen worden aangevoerd dat de gemeente een fout heeft gemaakt doordat hij niet duidelijk heeft gemaakt dat nog aanvullende informatie moet worden ingediend. Vaak wordt in bezwaar ook aangevoerd dat de gemeente al wel over de gevraagde informatie beschikte, bijvoorbeeld omdat de ontbrekende informatie ergens op de tekening was aangegeven. Soms wordt volstaan met het in bezwaar alsnog aandragen van de ontbrekende informatie. Als de gemeente op basis daarvan bereid is om op bezwaar alsnog de vergunning te verlenen, kan dit gewoon tot verlening van de vergunning leiden.