Monumenten hebben een bijzondere historische waarde en zijn daarom meer dan andere gebouwen het beschermen en behouden waard. Deze bescherming is dan ook geregeld in de wet. Dit wordt met name geregeld in de Wabo en de Monumentenwet. In beginsel is er in de Wabo geregeld dat er voor het slopen, verstoren, verplaatsen of veranderen van een monument altijd een vergunning nodig is. Het Besluit omgevingsrecht (Bor) biedt een eigenaar van een monument maar heel beperkt ruimte voor vergunningvrij bouwen.
Vergunningvrij bouwen op grond van het Besluit omgevingsrecht
De hoofdregel is dat er een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen nodig is. De uitzondering is vergunningvrij bouwen. Bouwen aan een monument is weer een uitzondering op deze uitzondering. Artikel 4a van Bijlage II Bor bepaalt namelijk dat in dat geval de artikelen 2 en 3 over vergunningvrij bouwen maar beperkt van toepassing zijn.
Wat is wel vergunningvrij?
Gewoon onderhoud aan een monument is vergunningvrij. Bouwactiviteiten aan een monument zijn verder alleen vergunningvrij als er gebouwd wordt aan een onderdeel van het monument dat uit oogpunt van monumentenzorg geen monumentale waarde heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld het maken van een dakkapel op een niet beschermd bouwwerk bij een monument.
Bijbehorende bouwwerken bij een monument
In geval van een monument is voor de bouw of verbouwing van alle bijgebouwen een vergunning nodig. Een bijbehorend bouwwerk bij een monument kan dus nooit vergunningvrij worden gebouwd. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor een dakkapel op het voordakvlak. De artikelen die deze bouwwerken vergunningvrij maken, zijn voor een monument gewoon niet van toepassing verklaard.
Zo heeft de Raad van State in een eerdere uitspraak bepaald dat een tuinhuisje van 8,76 m2 wat bij een gemeentelijk monument opgericht werd niet zonder een omgevingsvergunning kan worden gebouwd. De bouwer van het tuinhuisje dacht van wel, omdat de voormalige varkensschuur waar het tuinhuisje gesitueerd wordt niet als gemeentelijk monument aangewezen was. De Raad van State maakt de volgende overweging:
“Slechts datgene als monument wordt beschermd is, wat als bouwkundige en functionele onlosmakelijke zelfstandige eenheid in de redengevende omschrijving is vermeld. Het tuinhuisje, tot de oprichting waarvan het bouwplan strekt, is een bijbehorend bouwwerk bij de op het perceel aanwezige woning. Die woning maakt onderdeel uit van de boerderij die in de redengevende omschrijving wordt vermeld. Of de voormalige varkensschuur een monument is en die schuur bij het perceel hoort, kan derhalve in het midden blijven, nu de woning een monument is.”
Uit deze uitspraak blijkt dus dat er wél een vergunning nodig is voor een bijgebouw van een monument. Het antwoord op de vraag of je vergunningvrij mag bouwen bij een monument is dus niet eenvoudig te beantwoorden.