Door de groei van uw bedrijf blijkt uw bedrijfspand inmiddels te klein geworden. U wilt daarom uw bedrijf gaan uitbreiden. Dat is goed nieuws! U denkt eraan om uw bedrijfspand uit te breiden op de huidige locatie. Doorgaans zal hier een nieuw bestemmingsplan voor moeten worden vastgesteld, of er moet met een omgevingsvergunning buitenplans van het bestemmingsplan worden afgeweken. U moet daarbij in sommige gevallen ook rekening houden met de Ladder voor duurzame verstedelijking.
Hoe zit het ook alweer met de Ladder? Kortgezegd moet u de Ladder op uw bouwplan toepassen als er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Meer uitleg over de Ladder en de betekenis van het begrip “nieuwe stedelijke ontwikkeling” vindt u in deze blog. Wanneer uw bouwplan niet wordt aangemerkt als nieuwe stedelijke ontwikkeling, dan kunt u de Laddertoets achterwege laten. Dit bespaart u kosten en tijd, en voorkomt onzekerheid of uw bouwplan door kan gaan. De Ladder vormt dan namelijk geen belemmering voor uw bouwplan. Let dus goed op of uw bouwplan wel of niet voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Het onderstaande kan u daarbij helpen.
Nieuw bedrijfspand versus uitbreiding bedrijfspand
De bouw van een geheel nieuw bedrijfspand wordt aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling als de oppervlakte hiervan 500 m2 of meer is. De Ladder moet dan op het bouwplan worden toegepast. De vraag is dan: kan een uitbreiding van een bedrijfspand ook een stedelijke ontwikkeling zijn? Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) uit het voorjaar van 2019 blijkt dat dit het geval kan zijn.
Wat was er aan de hand?
In deze uitspraak spreekt de Afdeling zich uit over de vraag of ook een uitbreiding van een bedrijfspand een nieuwe stedelijke ontwikkeling kan zijn. Het betrof een bouwplan voor een uitbreiding van een bedrijfspand op een bedrijventerrein nadat de daarnaast gelegen bestaande loodsen zouden zijn gesloopt. In het bedrijfspand vindt een vorm van metaalbewerking plaats, te weten snij- en zetwerk aan staal. Het bestaande bedrijfspand heeft een oppervlakte van 1.278 m2. Het bouwplan betreft een uitbreiding van het bruto-vloeroppervlakte met 1.352 m2.
Ontwikkeling voldoende substantieel?
In een eerdere uitspraak van 28 juni 2017, waarnaar de Afdeling in haar uitspraak verwijst, heeft de Afdeling uitgesproken dat een voorziene ontwikkeling voldoende substantieel moet zijn om als stedelijke ontwikkeling te kunnen worden aangemerkt. Als het plan voorziet in een terrein met een ruimtebeslag van meer dan 500 m² of in een gebouw met een bruto-vloeroppervlakte groter dan 500 m², dan wordt deze ontwikkeling in beginsel als een stedelijke ontwikkeling aangemerkt. In die eerdere uitspraak heeft de Afdeling uitgesproken dat ook uitbreidingen van stedelijke ontwikkelingen, mits voldoende substantieel, kunnen worden aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling.
Terug naar de uitspraak uit het voorjaar 2019
In dit geval gaat het om een bouwplan dat voorziet in een uitbreiding van het bruto-vloeroppervlakte met 1.352 m2. Deze uitbreiding van het bedrijfspand is, ook na de sloop van het oude gebouw (de bestaande loodsen), aanzienlijk groter dan 500 m². Het bestaande bedrijfspand heeft een oppervlakte van 1.278 m2 en de uitbreiding leidt er dus toe dat het bedrijfspand in omvang meer dan dubbel zo groot wordt. De Afdeling oordeelt daarom dat het bouwplan voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling.
Wat betekent dit voor u?
Uw plannen voor het uitbreiden van uw bedrijfspand op de huidige locatie moeten dus “voldoende substantieel” zijn om als stedelijke ontwikkeling te kunnen worden aangemerkt. De grens om te kunnen spreken van “voldoende substantieel” ligt voor de bouw van een gebouw op een bruto-vloeroppervlakte groter dan 500 m². Dit betekent dat als u een bouwplan maakt voor de uitbreiding van uw bedrijfspand met een bruto-vloeroppervlakte van 500 m² of minder, dat de Laddertoets achterwege mag worden gelaten, omdat niet gesproken kan worden van “voldoende substantieel”.
Blijkt uw bouwplan voldoende substantieel, en het plan voorziet dus in een nieuwe stedelijke ontwikkeling, dan moet u de Laddertoets laten opstellen. Vervolgens wordt deze opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing bij de omgevingsvergunning die de nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. In het geval dat er een nieuw bestemmingsplan door de gemeente moet worden vastgesteld, dan betrekt de gemeente de Laddertoets in de toelichting bij het bestemmingsplan.