Als u al lange tijd in een recreatiewoning woont, is het vervelend om erachter te komen dat dit niet mag of dat de gemeente de bewoning wil beëindigen. Het wijzigen van de bestemming naar “wonen” is een erg kostbare en tijdrovende procedure. In sommige gevallen biedt de kruimelregeling een uitkomst. Het gebruik van deze regeling kan u veel tijd en geld besparen, maar wanneer is hij toepasbaar? We hebben besloten een reeks blogs te schrijven om de mogelijkheden te verduidelijken. In deze blog bespreken we de voorwaarden om een recreatiewoning te mogen bewonen.
Wat is de kruimelregeling?
Iedere gemeente legt in een bestemmingsplan vast waar gebouwen en gronden voor dienen te worden gebruikt. Bouwplannen moeten in dit bestemmingsplan passen. Toch komt het vaak voor dat een bouwplan niet binnen het bestemmingsplan past. In dat geval moet het bestemmingsplan worden gewijzigd, maar een bestemmingswijziging is een langdurig en kostbaar traject. Om die reden heeft onze wetgever de kruimelregeling in het leven geroepen.
Met behulp van de kruimelregeling kan de gemeente u in een verkorte procedure van slechts acht weken, toestemming verlenen om in afwijking van het bestemmingsplan te bouwen of gronden te gebruiken. De afwijking wordt vastgelegd in een vergunning om af te wijken van het bestemmingsplan. Verder kent de kruimelregeling 11 mogelijke toepassingen, welke staan opgesomd in artikel 4 bijlage II Besluit omgevingsrecht. De naam kruimelregeling doet misschien vermoeden dat deze regeling op maar een klein aantal gevallen van toepassing is, maar dat is zeker niet het geval. De kruimelregeling is door de jaren heen erg uitgebreid en tegenwoordig op veel gevallen toepasbaar. Het is dus handig om te controleren of uw bouwplan onder de kruimelregeling valt, omdat u hiermee veel tijd en geld kan besparen.
Een recreatiewoning permanent bewonen
Met behulp van de kruimelregeling kunt u een recreatiewoning permanent bewonen. Om hiervoor toestemming te krijgen moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Zo moet de bewoner van het pand op 31 oktober 2003 meerderjarig zijn geweest en moet hij sinds deze datum onafgebroken in de woning hebben gewoond. Daarnaast moet de woning voldoen aan de eisen die genoemd staan in de Woningwet en tot slot mag bewoning niet in strijd zijn met de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en met de in de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden.
Als er voldaan wordt aan de bovenstaande voorwaarden, komt u in aanmerking voor deze kruimelafwijking. In tegenstelling tot onderdeel 9 van de kruimelregeling, waarbij de mogelijkheid bestaat om een pand in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken, wordt hier een ontheffing aan een persoon verleend. Enkel de persoon aan wie de vergunning is verleend mag de recreatiewoning permanent bewonen. Dit blijkt uit artikel 5.18 van het Besluit omgevingsrecht. Dit betekent dat als deze ontheffing verleend wordt, de recreatiewoning vervolgens niet kan worden verkocht als zijnde een woning. Bij de ontheffing in onderdeel 9 van de kruimelregeling bestaat deze mogelijkheid wel. Als er een recreatiewoning door meerdere mensen bewoond wordt, zal dus voor alle bewoners een aanvraag voor deze ontheffing gedaan moeten worden.
Andere delen uit de reeks
Deel 1: Bijbehorende bouwwerken
Deel 2: Nutsvoorzieningen
Deel 3: Bouwwerken geen gebouw zijnde
Deel 4: Niet op de grond gelegen aanbouw
Deel 5: Antenne-installatie
Deel 6: Warmtekrachtkoppeling bij glastuinbouwbedrijf
Deel 7: Biogasinstallatie
Deel 8: Niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied
Deel 9: Afwijkend gebruik
Deel 10: Bewoning van een recreatiewoning
Deel 11: Tijdelijk afwijkend gebruik