Wat gaat voor, de huisvesting van mensen of die van vleermuizen? Onder omstandigheden gaat de huisvesting van vleermuizen voor nieuwbouw van woningen, onder andere in een nieuwbouwwijk in Wateringen.
Woningcorporatie “Wonen Wateringen” wil drie huizenblokken in Oranjewijk slopen. De hele Oranjewijk is de laatste jaren vernieuwd waarbij woningen ofwel vergaand zijn gerenoveerd, ofwel volledig nieuw zijn gebouwd. Drie huizenblokken in de Willem III-straat zijn vrijwel de laatste die nog moeten worden vernieuwd. Er is echter ontdekt dat er in de spouw van alle drie de blokken verblijven van vleermuizen aanwezig zijn, en wel van de soort laatvlieger. Bij de sloop verdwijnen deze verblijven. Daardoor is een ontheffing op grond van de Flora- en fauna wet nodig. Voor 1 blok van 3 woningen is al ontheffing voor de sloop verleend. Voor 2 blokken van ieder 7 woningen is ontheffing aangevraagd.Het Ministerie van Economische zaken toetst vervolgens aan 3 punten. Er moet zijn aangetoond dat er geen alternatieven zijn (A), dat er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang (D) en dat compenserende maatregelen (C) gewaarborgd zijn.
Inmiddels heeft Wonen Wateringen een afwijzend besluit ontvangen. Aan de D-toets is voldaan. Er is aangenomen dat er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, nu het bouwen van woningen op deze plek past in het beleid van provincie en gemeente en bovendien aan een grote behoefte in de kern Wateringen voldoet.
De compenserende maatregelen (C) voldoen niet. Volgens het besluit kunnen geen voldoende compenserende maatregelen worden genomen. Wonen Wateringen heeft in verschillende nieuwbouwwoningen die recent elders in Oranjewijk zijn opgeleverd verblijven voor vleermuizen ingebracht. Het dichtstbijzijnde woningblok ligt op slechts 10 meter afstand van de woonblokken waarvoor ontheffing is verzocht. Ook is aangetoond dat zich al laatvliegers bevinden in bestaande woningen van wat oudere datum in de omgeving. Het ministerie acht dit onvoldoende compenserende maatregelen voor de laatvlieger. De laatvlieger is namelijk, anders dan andere vleermuissoorten heel honkvast, zodat niet vaststaat dat zij zich zullen verplaatsen naar andere woningen in de omgeving. De compenserende maatregelen geven hierdoor geen zekerheid dat geen schade ontstaat.
In het geval het belang voldoende is aangetoond, kan een ontheffing worden verleend als is aangetoond dat er geen nadere bevredigende oplossing (A) aanwezig is. Volgens het besluit is er geen alternatief voor het slopen van de woningen. Doordat de woningen zo slecht geïsoleerd zijn, zal ook een renovatie van de woningen met verbetering van de isolatie leiden tot het vervallen van verblijfplaatsen. Ook als deze oude huizen gerenoveerd worden in plaats van gesloopt, vervalt dus de huisvesting van vleermuizen. Aan de (A)-toets (de toets van alternatieven) is daardoor gedeeltelijk voldaan.
Vervolgens vindt men dat wel een alternatief mogelijk is in de fasering van de sloop. Voor de sloop van één blok van drie woningen is al ontheffing verleend. Deze woningen zijn al ongeschikt gemaakt voor het verblijf van vleermuizen. Vervolgens luidt de conclusie dat met de sloop van fase 2 (twee blokken van respectievelijk 6 en 7 woningen) drie jaar moet worden gewacht om te zien of de vleermuizen uit het eerste blok zullen verplaatsen naar de andere woningen in het gebied. Als alternatief wordt derhalve aangemerkt het laten staan van de twee blokken met sloopwoningen totdat drie jaar verstreken is. Nu de sloop niet op die termijn was aangevraagd, is de ontheffing geweigerd.
Gevolg van dit besluit is dat de woningen tenminste drie jaar moeten blijven staan. Onduidelijk is of na drie jaar wel ontheffing zal worden verkregen. Als de vleermuizen van het eerste blok niet in nieuwe woningen gaan zitten, maar in de twee overblijvende woonblokken, is er per saldo na drie jaar niets gewijzigd. In dat geval zal er geen ontheffing worden verleend.
Een beter alternatief was geweest om ontheffing te verlenen om ook 1 van de 2 overblijvende blokken te slopen. In dat geval zou er immers voor de laatvlieger een noodzaak ontstaan om te verplaatsen. Verplaatsing naar de nieuwe woningen ligt dan meer voor de hand, dan wanneer alle woningen op 3 na gewoon blijven staan. Het simpelweg laten staan van de woningen levert voor de laatvliegers geen noodzaak op om zich te verplaatsen.
De weigering van de ontheffing betekent een groot probleem in de Oranjewijk. De twee blokken sloopwoningen blijven staan, terwijl alle andere woningen in deze nieuwbouwwijk zijn vernieuwd of gerenoveerd. Dit is de situatie voor de komende 3 jaar, maar mogelijk nog voor langer, als er dan opnieuw geen ontheffing wordt verleend. Vanzelfsprekend wordt bezwaar aangetekend, maar er is geen uitzicht dat dit zal worden toegewezen.
Het ministerie wordt vertegenwoordigd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Helaas wordt ieder overleg met het ministerie of de Rijksdienst afgehouden, zodat er niet kan worden overlegd over een oplossing die het ministerie wel toereikend acht. Een onbevredigend resultaat, vooral voor de bewoners van de andere woningen in de nieuwbouwwijk die in ieder geval de komende 3 jaar tegen slooppanden aankijken.
Martin van den Hoorn zegt
Op zich is het helemaal niet zo’n heel raar standpunt van RVO. De soort gaat achteruit door sloop en naisolatie. En dit terwijl we de Europese verplichting hebben om de soort op het niveau van 1994 te houden. De laatvlieger is een heel kritische soort waar geen bewezen mitigatie voor bestaat. Elke afgegeven ontheffing is voor deze soort is per definitie dubieus en zal denk ik voor de RvS geen standhouden. Dus RVO zoekt (begrijpelijk) ook hier weer de grens van wat mogelijk is op. Vaak is het probleem te laat onderzoek en in het ontwerp van de woningen te laat rekening houden met vleermuizen. Ook maken laatvliegers geen gebruik van vleermuiskasten wat het ook weer erg lastig maakt. Toch zou ik niet drie jaar gaan zitten duimen draaien maar dieren vangen en zenderen om te bezien welke welke verblijfplaatsen ze nog meer gebruiken. Als ze uit deze kolonie op nog drie plekken zitten sta je al weer sterker. Verder zou ik willen adviseren om een paar huizen van een extra voorzetgevel te voorzien om hier echt een goede vervanging te maken. Ook zou ik een batlure inzetten om ze naar nieuwe verblijfplaatsen te lokken. Vleermuistorens voor laatvliegers die werken zijn er ook nog niet, maar het zou moeten kunnen werken. Mensen mopperen vaak over onze natuurbescherming maar uiteindelijk gaat in Nederland altijd alles door.
Jennifer Ronoreso zegt
Geachte heer Van den Hoorn,
Uw reactie is correct, alle kenmerken van laatvliegers die u noemt zijn bij de besluitvorming betrokken. Uiteindelijk is beslist dat een van de twee woonblokken gesloopt mocht worden, en het andere ten minste 3 jaar moet blijven staan. Daarbij is er vanuit gegaan dat er verschillende voorzieningen moeten worden getroffen die u ook noemt, zoals de batlure waar u over spreekt. Uiteindelijk meen ik dat met het uiteindelijke besluit (dat ten tijde van mijn bijdrage nog niet was genomen) tegemoet is gekomen aan de belangen van behoud van de laatvliegerpopulatie op deze locatie, en de belangen van nieuwe huisvesting voor mensen.
Met vriendelijke groet,
Juliëtte Zwinkels
Advocaat