Een paar maanden geleden heb ik een blog geschreven over het begrip Achtererfgebied. Zie hier de link naar dit blog. Zoals ik in mijn blog al heb uitgelegd, is het van belang te weten wat uw achtererfgebied is.
Vergunningvrij bouwen van bijbehorende bouwwerken kan namelijk alleen in het achtererfgebied, oftewel het stuk grond aan de achterkant van de woning of het bedrijfsgebouw dat als hoofdgebouw wordt gebruikt. In de definitie van erf wordt als vereiste ook nog aangegeven dat het gaat om het stuk grond:
• dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw
• dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw,
• het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.
Wanneer is nu voldaan aan die laatste voorwaarde, dat het bestemmingsplan de inrichting niet verbiedt? Dat is als de bestemming het gebruik toestaat. Bij een woning is dat bijvoorbeeld de bestemming ‘‘wonen’’, “tuin” of ‘‘erf’’. Bij een bedrijfsgebouw zou dat de bestemming “bedrijven” kunnen zijn.
Bestemming bepalend voor definiëring achtererfgebied
In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State is nog eens bevestigd dat alleen die grond als achtererf is aan te merken, die een bestemming heeft die het gebruik bij het gebouw toestaat. Op 4 februari 2015 heeft de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State uitspraak gedaan over het begrip achtererfgebied (AbRS, 4 februari 2014, nr. 201403960/1/A1). Een buurman had geklaagd over een bouwwerk, dat volgens de eigenaar vergunningvrij gebouwd was. De gemeente was van mening dat het bouwwerk niet vergunningvrij was, en legde een gebod tot sloop op. De eigenaar in deze zaak meent dat de door hem opgerichte blokhutten en schuur vergunningvrij zijn. Volgens de eigenaar is sprake van bouwwerken in het achtererfgebied, maar de Afdeling is het hier niet mee eens. De reden hiervoor is is dat de bouwwerken zijn gebouwd op een stuk grond met de bestemming ‘‘bollengebied’’. Het gaat in feite om een agrarische bestemming. Door die bestemming kan alleen worden gebouwd ten dienste van die bestemming bollengebied. Daardoor kan de grond niet als achtererfgebied bij een woning worden aangemerkt. Om deze reden concludeert de Afdeling dat het bestemmingsplan de inrichting van het gebied als erf verbiedt en dat er geen sprake is van een achtererfgebied. Dat het gebruik van het gedeelte van het perceel waarop de bouwwerken staan als erf onder de beschermende werking van het overgangsrecht valt, verandert daar ook niets aan.
De eigenaar beroept zich nog op het vertrouwensbeginsel, wat inhoudt dat je mag vertrouwen op uitlatingen en gedragingen van de ander. Volgens hem heeft een medewerker van de gemeente telefonisch aangegeven dat de twee blokhutten vergunningvrij waren. Volgens hem volgt dit ook uit aan de hem toegezonden brochure van het Ministerie van VROM. De afdeling is van mening dat voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel nodig is, dat aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. Zowel het feit dat telefonisch is aangegeven dat de twee blokhutten vergunningvrij gebouwd mochten worden als het verzenden van de brochure, brengt niet mee dat gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de blokhutten vergunningvrij gebouwd mochten worden.
Conclusie
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in deze zaak de beperking van de definitie achtererfgebied strikt uitgelegd. Er moet niet alleen worden bekeken of het gebied is gelegen achter het hoofdgebouw en de niet naar openbaar gebied gekeerde zijkant, maar ook of het de juiste bestemming heeft.
Margret zegt
Goedendag, mag in de zorgwoning alleen de zorgbehoevende wonen, en in de hoofdwoning de zorgverlener, of ook andersom?
Juliëtte Zwinkels zegt
Beste Margret,
Het is inderdaad mogelijk dat een mantelzorgwoning wordt bewoond door de persoon die mantelzorg verleent aan een hulpbehoevende bewoner van de woning. Dit kan naar eigen wens of inzicht worden bepaald.
Het gaat daarbij wel om huisvesting in of bij een woning van maximaal één huishouden van maximaal twee personen, waarvan ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
Ik hoop uw vraag hiermee te hebben beantwoord.
Met vriendelijke groet,
Juliëtte Zwinkels
Advocaat
Wij hebben uw vraag beantwoord op basis van beperkte informatie, zodat wij niet alle omstandigheden hebben kunnen meewegen bij ons antwoord. Wij kunnen er dan ook niet voor instaan dat het antwoord in uw situatie volledig en correct is.
Pieter Meijer zegt
Geachte mw. Zwinkels,
Hoe zit bij een perceel met de bestemming Agrarische en (ook volledig perceel) subbestemming Plattelandswoning? Is er dan sprake van een achterfgebied waar een particulier mogelijkheden heeft?
Ps. Bestemmingsplan zegt max50m2 bijgebouwen, volgens berekening BOR lijst II ruim het dubbele mogelijk. Bij ‘Wonen’ sowieso, bij Ágrarisch’ niet, bij PWO?
BestemmingsPlanBezwaar.nl zegt
Geachte heer Meijer,
Een agrarische woning met de aanduiding “plattelandswoning” behoudt zijn agrarische bestemming. Dat houdt in dat daar in principe geen vergunningvrije bouwwerken ten behoeve van particuliere doeleinden gebouwd mogen worden.
Met vriendelijke groet,
Tessa Sintemaartensdijk
Wij hebben uw vraag beantwoord op basis van beperkte informatie, zodat wij niet alle omstandigheden hebben kunnen meewegen bij ons antwoord.
Wij kunnen er dan ook niet voor instaan dat het antwoord in uw situatie volledig en correct is.